Kaïn Walgrave ontwikkelt een ‘artistieke methode’ die toelaat interessante en sensibele beelden te genereren die erg vaak niet hiërarchisch gestructureerd zijn en een ‘all-over’ bewerking aan de oppervlakte tonen.
Heel dikwijls hebben ze ook uitgesproken esthetische kwaliteiten.
Schildermiddelen als verven, inkten, vernissen, harsen, lijmen, … op dragers als papier, linnen, kunststof, … worden ‘schilderijen’. Heel occasioneel zijn het groot formaat prints van digitale beelden.
Door de onderlinge combinatie en interferentie van verschillende materies in fysieke en/of chemische processen, ontstaan beelden uit zichzelf op een dynamische wijze en in een open systeem dat permanent in beweging is. Enkel de voorwaarden tot beeldvorming worden materieel en mentaal bepaald, dan vormt het beeld zichzelf. Als een statische momentopname of als een beeld in voortdurende wording.
Dat specifieke beeld heeft ofwel een definitief statuut en is dus een autonoom kunstwerk, ofwel een voorlopig statuut. Dat wordt later gebruikt als onder-‘schildering’ voor nieuwe processen en het genereren van nieuwe beelden. Zo kunnen er kunstwerken ontstaan die een opeenstapeling zijn van tientallen al dan niet transparante lagen die samen het definitieve beeld vormen. Dat kan in grijswaarden of in een beperkt kleurpalet, zonder of met uitgesproken materialiteit. De klemtoon kan liggen op een ‘schildermaterie’ louter als kleurdrager ofwel op een dito materie die samen met de kleur ook materie toont. Die materie kan zeer uitgesproken zijn in het uiteindelijke beeld en zoals de kleur trouwens in verschillende lagen opgebouwd.
In een serie recente werken wordt haast alle klemtoon op de materie gelegd. Die wordt zelf ontwikkeld door hout te verbranden en aan het overblijvend roet en de resterende as bindmiddelen toe te voegen om een eigen zwarte ‘verf ’ te bekomen.
Dat het systeem permanent in beweging is, is dikwijls letterlijk te nemen omdat het ontstaansproces niet stopt in de loop van de tijd en het beeld voortdurend wijzigt. Zo wordt de klemtoon nog uitdrukkelijker op het dynamisch proces gelegd en niet op een statisch spoor van ontstaan.
De beelden zijn verwijzingen naar, of afbeeldingen van rizomatisch denken. Kaïn zegt daar over:“Door uit te gaan van rizomatische structuren die dynamisch zijn, verbindingen maken, alle kanten uit kunnen en geen logisch begin of einde hebben, ga je er eigenlijk van uit dat je dingen niet hiërarchisch kan ordenen en toch probeer ik, samen met mijn beelden, alles netjes te archiveren en te nummeren. Dit is eigenlijk een onmogelijke strijd, maar toch iets heel menselijks.”
Letterlijk alles wat in het atelier gebeurt, uitgeprobeerd en onderzocht wordt komt in een ‘werkarchief ’ terecht dat momenteel uit een paar honderd archiefdozen plus tientallen ‘kunstenaars-/onderzoeksboeken’ bestaat. Resultaten van materie- en materiaalonderzoek, foto’s die dagelijks gemaakt worden, interessante teksten, nuttige informatie allerhande, boeiende voorwerpen, …
Dat archief wordt op een analoge wijze behandeld en heeft hetzelfde statuut als de kunstwerken zelf. Het heeft een dynamische, in alle richtingen groeiende horizontale structuur, er is geen sprake van een hiërarchie. Het is als een rizoom.
De genummerde archiefdozen kunnen regelmatig van plaats veranderen waardoor de chronologie van het systeem niet meer klopt maar de klemtoon naar de actualiteit van de inhoud verlegd wordt.
Door de specifieke wijze van beelden voortbrengen ontstaan er groepen, families van werken. Een groep, familie kan gevormd worden door de ruimtelijke begrenzing van de drager of de materie ervan, door de schildermaterie, door een fysisch of chemisch proces, door een kleur, …
Bij de naamgeving van de werken wordt de betekenis van de groepen duidelijk. Elk werk krijgt een opvolging van getallen als identificatie, waarbij elk getal verwijst naar een specifieke groep, familie. Zo wordt het levendige karak- ter van het oeuvre nogmaals beklemtoond.
Het rizomatisch horizontaal gestructureerde niet hiërarchische denken staat natuurlijk in schril contrast met alles wat ons omringt in onze actuele maatschappij (inclusief het artistieke veld) waar ongeveer alle denken, handelen en organisatie een boom- en/of piramidale verticale structuur vertegenwoordigt en sterk hiërarchisch is. De gevolgen van een dergelijke organisatie tonen duidelijk de limieten van het systeem. Het standpunt dat Kaïn inneemt en waar- van hij zijn manier van werken, denken en leven gemaakt heeft is moedig, constructief en verantwoordelijk. Zijn overtuigende beeldende resultaten tonen ons dat het wel degelijk zin heeft.
-Luc Coeckelberghs December 2017